Insectenvriendelijk boekweit terug naar Nederland

Insectenvriendelijk boekweit terug naar Nederland

Insectenvriendelijk boekweit terug naar NederlandBiologische boer Kees Sijbenga kijkt naar de zee van witte en lichtroze bloesems voor zich. Het is half juli en miljoenen kleine boekweitbloemen (Fagopyrum esculentum) zwaaien in de wind op het perceel dat hij in Drenthe teelt. Sijbenga is blij dat het gewas bruist van de vele bestuivers. ‘Ik ben zo blij dat ik boekweit kan telen’, zegt de derde generatie boer.
Sijbenga is een van de 23 boeren in de provincies Groningen en Drenthe in het noordoosten van Nederland die deel uitmaken van een ambitieus, natuurinclusief landbouwproject om de boekweitteelt in het land te herstellen.

Boekweitmeel, gemaakt van de zaden van de plant, is een belangrijk ingrediënt in populaire Nederlandse gerechten zoals pannenkoeken en poffertjes, maar bijna al het meel wordt geïmporteerd. ‘Aan het begin van de 19e eeuw was boekweit, na rogge, het grootste gewas dat in het land werd verbouwd’, zegt Peter Brul, adviseur biologische landbouw. ‘Het was destijds een hoofdvoedsel in het land.’
Maar met de toenemende toegang tot synthetische meststoffen in de 20e eeuw zijn boeren overgestapt op meer hoogproductieve en lucratievere gewassen. ‘Aardappelen werden het hoofdvoedsel en de boekweitteelt verdween volledig’, vertelt Brul.

 

De start van het project

In 2019 begon Brul een serieuze poging om de boekweitteelt in Nederland nieuw leven in te blazen. Het feit dat het glutenvrij is, rijk aan antioxidanten en veel vezels heeft, heeft de markt ervoor gestimuleerd. Maar de inspanningen van Brul worden ook gestimuleerd door zijn reputatie als bestuivervriendelijk gewas. Meer dan de helft van de bijensoorten in Nederland is bedreigd, en bestuivervriendelijke landbouw is van cruciaal belang voor het behoud ervan.
Vier jaar geleden teelt een boer in Groningen in een pilot onder begeleiding van Brul op een perceel van één hectare boekweit. Het experiment werd een succes genoemd en inmiddels telen 23 boeren het gewas op 85 hectare verspreid over Groningen en Drenthe. ‘Wat tot nu toe goed heeft gewerkt, is dat boeren geïnteresseerd zijn en dat we het programma konden uitbreiden’, zegt Brul.

 

Boeweit nader bekeken

Boekweit is een zomergewas en groeit goed op de arme zandgronden van Oost-Nederland. Het gewas kent weinig plagen of ziekten, maar is wel extreem gevoelig voor vorst – in 2021 leverde elke gecultiveerde hectare gemiddeld 1.750 kg zaden op (met schil), iets minder dan de doelstelling van 2.000 kg, voornamelijk als gevolg van slechte weersomstandigheden tijdens de bloei.
Boekweit zorgt ook voor een uitstekende bodembedekking, waardoor de gezondheid van de bodem wordt verbeterd, terwijl het dichte bladerdak onkruid onderdrukt. Op hetzelfde perceel verbouwen boeren als Sijbenga in de winter granen – meestal tarwe – gevolgd door aardappelen, suikerbieten of andere groenten in de lente.

 

Aantrekkelijk voor bijen en andere bestuivers

In de zomer teelt Sijbenga boekweit in reepjes, naast andere biodiversiteitsvriendelijke gewassen zoals erwten en lupine (gekweekt voor hun bonen). De zaden worden half mei gezaaid en beginnen iets meer dan een maand later te bloeien. De rijke nectar die door de miljoenen bloemen wordt geproduceerd, trekt enorme aantallen honingbijen en wilde bestuivers aan. De lange bloeiperiode – die duurt tot de oogst eind augustus – zorgt voor een constante aanvoer van voedsel voor de insecten, vooral in een tijd waarin nectar schaars kan zijn in landbouwgebieden.

Tekst loopt door onder de foto

Studie naar insectendiversiteit

Thijs Fijen, universitair docent aan de Universiteit van Wageningen, heeft de insectendiversiteit in deze boekweitvelden bestudeerd. ‘Volgens ons onderzoek telt een hectare van het boekweitveld op elk moment tijdens de piekbloei gemiddeld 6.500 wilde bestuivers. Goed voor 51% van alle aanwezige bestuivers”, zegt hij. ‘Dit omvat 28 soorten zweefvliegen, 12 soorten wilde bijen en 13 soorten vlinders.’ De overige 49% van de bestuivers zijn honingbijen.
Fijen en zijn collega’s merkten op dat honingbijen naar de boekweitvelden worden getrokken, waardoor de omliggende gebieden beschikbaar blijven voor wilde bestuivers en de concurrentie om voedsel wordt verminderd. ‘Dit toont het enorme potentieel van de boekweitteelt voor het behoud van de biodiversiteit in agrarische landschappen’, zegt Fijen.

 

Opbrengsten waar de boer blij van wordt

Tijdens de hoofdbloeiperiode (half juli tot begin augustus) werden gedurende twee tot drie weken twee honingbijenkasten per hectare dichtbij de boekweitpercelen geplaatst. Fijen vertelt: ‘Uit ons onderzoek blijkt dat het plaatsen van honingbijenkorven voor een beperkte periode geen sterke negatieve effecten heeft op wilde bestuivers. Maar het is wel nodig voor een hoge opbrengst, waar de boer uiteindelijk blij van wordt.’

De helft van de boekweitboeren is biologisch gecertificeerd, en nog meer zijn in de certificeringsfase. Sijbenga gebruikt de mest van zijn 3.000 scharrelkippen om zijn perceel te verrijken.

 

Het gevecht voor windmolens

Hoewel het boekweitinitiatief gestaag is gegroeid, is de reis niet gemakkelijk geweest. Brul heeft verschillende proeven en experimenten moeten uitvoeren, waaronder het importeren van verschillende soorten zaden om zaden met een hoge opbrengst te vinden, het pellen van de zaden in een fabriek in Polen en het overtuigen van een Nederlandse molen om zijn apparatuur aan te passen om de zaden te verwerken.
‘Elk dorp in Oost-Nederland had 150 jaar geleden een boekweitpelmolen’, vertelt Brul. ‘Toen we begonnen, was er geen enkele molen meer in het land. We moesten naar Polen.’

Tekst loopt door onder de foto

Foto: PxHere

Aanvullende toepassingen

Brul heeft ook gekeken naar markten voor gepelde zaden en voor de schil zelf. Die kunnen gebruikt worden als natuurlijke vulling voor kussens. ‘Tot nu toe is er voldoende belangstelling van kopers om het hele product te kunnen verkopen’, zegt hij. ‘Maar ik ben altijd op zoek naar nieuwe markten. Je moet de verschillende stappen in de waardeketen zo met elkaar verbinden dat er een goed evenwicht is tussen de prijs die de boeren nodig hebben en de prijs die consumenten bereid zijn te betalen.’

 

Samenwerking met Land van Ons

Het burgercollectief Land van Ons koopt ens haar leden gedegradeerde landbouwgrond op en herstelt deze. Het collectief is tevens een van de partners in het boekweitproject. Het werkt samen met bakkerijen en pastamakers om de boekweit om te zetten in populaire producten zoals koekjes, crackers en pasta’s. Mede-oprichter van Land van Ons Franke Remerie: ‘Het is belangrijk om mensen en boeren te laten zien dat landbouw ook op een andere manier kan.’
In de online winkel verkoopt Land van Ons ook hele, gepelde boekweitkorrels (om te koken als rijst), geroosterde boekweit (om een pap van te maken genaamd kasha, populair in Oost-Europa) en fijngemalen boekweitmeel, evenals boekweitdoppen. ‘Wij krijgen zeer positieve reacties op onze producten’, vertelt Remerie.

 

Onderweg naar morgen

Ondertussen gaat Brul door met plannen om de productie uit te breiden. ‘We hopen volgend jaar twee keer zoveel boekweit te hebben als dit jaar, zegt hij. ‘Het is voor Nederland van groot belang dat dit soort gewassen weer beschikbaar komen om de biodiversiteit te herstellen.’

Vind hier meer berichtgeving over het tijdperk van de uitsterving en volg biodiversiteitsverslaggevers Phoebe Weston en Patrick Greenfield op Twitter voor al het laatste nieuws en artikelen.

Bron: The Guardian
Lees ook: Gezond eten zonder pesticiden

Voorbehoud
Deze informatie is met de grootst mogelijke zorg samengesteld, in sommige gevallen uit verschillende informatiebronnen. (Interpretatie)fouten zijn niet uitgesloten. Er kan dus geen enkele wettelijke verplichting aan deze tekst worden ontleent. Iedereen die met dit onderwerp te maken krijgt, heeft zelf de verantwoordelijkheid om zich in de materie te verdiepen!