Herenboer Hans Kanters:
‘Ik heb van jongs af aan boer willen worden!’
Foto: Greet Slits
Herenboer Hans Kanters:‘Ik heb van jongs af aan boer willen worden!’ – Hans Kanters werd in 1965 geboren en heeft van jongs af aan geweten wat zijn beroep zou gaan worden: ‘Op de lagere school moesten wij een verhaaltje schrijven wat we later wilde worden. De andere kinderen schreven hele vellen vol, maar ik niet. Ik had maar één regel nodig. Ik wilde boer worden.’
De ouders van Hans hadden een boerderij op de weg van Gemert naar Elsendorp, maar dat officieel in Handel lag. Vandaar dat Hans over zichzelf zegt dat hij ‘een grensgeval’ is. Zijn vader heeft altijd gezegd: ‘Ik heb vier zonen. Dan is er altijd wel één die boer wil worden.’ Een profetische blik, want er was er inderdaad maar één die dat wilde en dat was Hans: ‘Mijn oudste broer is accountant geworden, wat hij ook heel lang voor onze boerderij heeft gedaan. De broer onder mij is elektricien geworden en de jongste heeft lang in de bouw gewerkt, maar is tegenwoordig conciërge op een school. Ik ben inmiddels ook al lang geen boer meer, maar mijn hart ligt er nog steeds. Vandaar ook dat ik zo blij ben dat ik me tegenwoordig bij de Herenboeren Landmeerse Loop weer met dat vak mag bezighouden.’
Door Rob Vrolijk
‘Mijn vader had een kleine boerderij met varkens, kippen en wat schapen. Mijn moeder deed het huishouden en uiteraard wat andere taken. Op een boerderij is immers altijd wat te doen. Ik was van jongs af aan meer met de boerderij bezig dan met school of iets anders. Mijn hobby’s waren lezen en een beetje voetballen, maar dat laatste vooral omdat het er gewoon een beetje bij hoorde. Na de lagere school ben ik eerst naar de lagere landbouwschool in Gemert – die voor de grap ook wel ook wel de spinazieacademie werd genoemd – gegaan, daarna naar de middelbare landbouwschool in Helmond en tenslotte naar de praktijkschool in Horst. Dus ik had de algehele opleiding tot boer echt wel voltooid toen ik in 1984 in een maatschap samen met mijn vader op de boerderij ben gaan werken. We hadden oorspronkelijk 50 varkens, maar met het oog op mijn toekomst zijn we naar de 150 varkens gegaan. Wat de kippen betreft hadden we op een geven moment 10.000 moederdieren, voor mestkuikens. Dat werk heb ik 15 jaar met heel veel plezier gedaan, al kroop ook de twijfel er al vroeg in. Dat begon met mijn broer – de accountant – die er met een financiële bril naar keek. Hij vond dat we veel en hard moesten werken tegen een verhoudingsgewijs hele geringe financiële beloning. Maar goed, je wordt geen boer om rijk te worden, maar omdat je het mooi vindt om met de natuur en dieren om te gaan.’
De omslag
‘De definitieve omslag kwam voor mij met de varkenspest in 1997. We waren kort daarvoor al getroffen door de vogelgriep waarbij al onze kippen geruimd moesten worden. De varkenspest brak uit op 4 februari van 1997 en wij zijn eind juni geruimd. Dat was op zich al vreselijk om mee te maken. Maar misschien was de periode tussen de uitbraak en de ruiming nog wel het ergste. Om te beginnen moesten wij alles wat wij aan biggetjes hadden, dood laten spuiten. Gezonde biggen! Dat snijdt door je ziel. En de volwassen varkens groeiden letterlijk hun hok uit. Je was iedere ochtend weer bang wat je aan zou treffen. Wat ze nu weer hadden afgebroken? Want het was allemaal niet berekend op varkens die 20, 30 kilo te zwaar zijn. Dus vreemd genoeg waren we uiteindelijk ook opgelucht toen we geruimd werden. Tegelijkertijd benadrukte onze bank in gesprekken keer op keer dat we moesten groeien om te overleven. Ik kon me daar wel iets bij voorstellen, maar aan de andere kant wilde ik helemaal niet groeien. Ik had al gemerkt dat ik bij de overgang van 50 naar 150 varkens veel minder betrokken was bij de dieren dan voorheen. Dus toen wij geruimd waren, heb ik besloten om eerst maar eens familie in Canada en de Verenigde Staten te bezoeken. We hadden weliswaar nieuwe varkens in de stallen staan, maar mijn vader zei dat hij dat – met
hulp van mijn broers – wel vier weken wel aankon in z’n eentje. Dus toen ben ik met drie kameraden in een camper dwars door de VS en Canada gereden. Dat was helemaal fantastisch en ik nam vooral dat enorme gevoel van vrijheid mee naar huis. Dat had ik trouwens ook al ervaren nadat we geruimd waren. Dat het wel lekker was om niet dag en nacht klaar te hoeven staan voor je dieren. Binnen een week nadat ik was teruggekeerd van vakantie, vertelde ik mijn vader dat ik ging stoppen met het bedrijf. Dat ik er geen hart meer voor hard. In ieder geval niet op de manier zoals het toen ging. Als er toen realistische alternatieven waren geweest om biologisch te boeren, was ik wel doorgegaan. Maar die mogelijkheden zag ik toen niet. Die markt was destijds ook nog veel moeilijker dan nu. En als ik nu twintig jaar jonger was geweest, had ik er best wel oog voorgehad om als professioneel boer aan de slag te gaan. Bijvoorbeeld bij een Herenboerderij. Want ik vind dat boerenwerk nog steeds geweldig.’
Tekst loopt door onder de foto
Een leven na de boerderij
‘Nadat ik uit het bedrijf was gestapt, wist ik eerst niet wat ik wilde gaan doen. Ik was 35 en had me altijd geconcentreerd op een bestaan als boer. Dus ben ik begonnen met allerlei uitzendbaantjes. Van alles en nog wat. En op een gegeven moment heb ik bedacht dat ik in ieder geval buiten wilde werken, dus toen heb ik mijn vrachtwagenrijbewijs gehaald. Maar helaas heb ik epilepsie. Daar heb ik geen last van als ik geen alcohol drink, op tijd naar bed ga en mijn medicijnen slik. Maar om een vrachtwagen te rijden moet je vijf jaar aanvalsvrij zijn, zonder medicijnen. Dat eerste gold wel voor mij, maar het tweede niet. Dus dat ging ‘m niet worden. Uiteindelijk ben ik bij een vervoersbedrijf begonnen, op een klein vrachtwagentje waar je met je B rijbewijs op mag rijden. Pakketjes rondbrengen. Dat vond ik echt prachtig en heb ik zes jaar gedaan. Toen het bedrijf werd overgenomen door DHL en ben ik al snel overgestapt naar MKG in Elsendorp. Omdat dat dichterbij was en omdat het rondbrengen van 80 pakketten per dag wel erg belastend voor mijn knieën werd. Bij MKG reed ik langere ritten langere ritten met één of twee pakketten in heel Europa. Tot in Scandinavië en Spanje aan toe. Dat vond ik nog leuker dan het rijden met die pakketten en misschien zelfs nog wel leuker dan boeren. Maar in 2012 liep ik tijdens de hernieuwing van mijn rijbewijs tegen mijn medicijngebruik tegen epilepsie en nieuwe wetgeving aan. Ik mocht nog maar vier uur per dag rijden. Ik reed al die jaren schadevrij, maar toch moest ik stoppen bij MKG. Dat heeft me misschien wel méér verdriet gedaan dan het stoppen met mijn eigen bedrijf. Want dát was mijn eigen keuze en dit niet. Ik was 48 en kwam een tijd thuis komen te zitten, voordat ik in de beveiliging terecht kwam. In ieder geval een branche waar ze niet aan leeftijdsdiscriminatie doen omdat ze ook mensen met levenservaring nodig hebben. Aanvankelijk deed ik zowel evenementen als objecten. Het geeft mij niet de voldoening als het rijden bij MKG, maar het mooie van dit vak is dat je veel met mensen in contact komt. Dat is mij ook veel waard. En ik krijg heel veel waardering van jongere collega’s die toch zien dat je veel levenservaring meebrengt. Tja, zo rol je van het één in het ander en zie je dat je het niet altijd zelf in de hand hebt.’
In 2010 verhuist Hans van de Weversstraat (schietspoel) naar de Rentmeesterstraat (geldbuidel) en vraagt hij beeldend kunstenares Monique van Helvoort om een tegel voor zijn nieuwe huis te ontwerpen en maken. Deze tegel verbeeldt een Handelse boer (blauw met pet) die Koning wordt bij de Gruun Skut (Antonius en Sebastianus Gilde). Het zwart wit zandloper motief verwijst naar de gemeente Gemert.
Vrije tijd
Ook in z’n vrije tijd is Hans een actief lid van de gemeenschap. Zo is hij Koning geweest bij het Sint Anthonis en Sint Sebastiangilde in Gemert. ‘Daar bent in 1997 lid geworden via de familie van mijn vader, die daar zo’n beetje allemaal lid van zijn.’ Ook was hij Vorst en Bruidegom bij carnavalsvereniging De Loatbloeriers, eveneens in Gemert. Vooral dat laatste is wel bijzonder omdat Hans z’n hele leven vrijgezel is geweest. Dus toen ze hem vroegen: ‘“Goh Hans, wilde gij geen Bruidegom zijn bij het Boerenbruidspaar?”’, antwoordde hij: ‘“Ja, best wel, maar ik geen vriendin, dus ik moet iemand vinden die dat ook wil”. Die vond ik dus, doen toe zijn wij op carnavalsdinsdag ‘in de onecht’ getrouwd. Prachtig. Vooral de foto’s vind ik leuk omdat ik daar als boer verkleed op sta.’
Werkgroep Modderfokkers
‘Ik kwam in contact met de Herenboeren Landmeerse Loop via Annette en Bert Visser, die ik kende via een ander initiatief hier in Gemert. Het was in de nasleep van corona dat Annette mij vroeg of dat niks voor mij was. Tja, dat vond ik als voormalig boer erg interessant natuurlijk. Want het was mij na mijn stoppen ieder jaar duidelijker geworden dat het reguliere boerenbedrijf het niet zou gaan redden in de toekomst. De officiële oprichtingsdatum van Herenboeren Landmeerse Loop was 1 april 2023 en mijn verjaardag is 31 maart. Dat lidmaatschap was het mooiste cadeau dat ik mezelf kon geven. Na zoveel jaar was ik eindelijk weer mede-eigenaar van een boerderij. En ik voelde me vanaf het allereerste begin helemaal op mijn plek. Het is alleen jammer dat ik niet meer mee kon werken op het land, vanwege m’n knie. Dat heb ik in juni nog een keer geprobeerd, maar daar heb ik een paar weken flink last van gehad. Dus dat moet ik echt niet meer doen, hoe jammer ik dat ook vind. Maar gelukkig kan ik mij nuttig maken bij verschillende werkgroepen. De Modderfokkers bijvoorbeeld. Dat is een werkgroep die zich bezighoudt met de opstart van de dierhouderij bij Herenboeren
Landmeerse Loop. Daar komt met name mijn expertise als varkensboer van pas. Nu is de moderne varkenshouderij heel anders dan hoe wij dat vroeger deden, maar andere kant is een varken nog steeds een varken. Bovendien willen we het juist anders doen dan de reguliere varkenshouderij. Hoe precies is nog niet helemaal duidelijk, wel dat we de varkens gaan inzetten voor het omzetten van de grond en voorafvalverwerking. Het vlees is bijzaak. We willen niet naar de situatie dat we varkens moeten houden voor het vlees.’
Werkgroep Educatie
‘Ik zit ook bij de werkgroep Educatie. Met die werkgroep hebben we in samenwerking met de Heemkundekring Gemert – waarvan ik ook lid ben – voor de Herenboeren Landmeerse Loop een wandeltocht uitgezet vanaf Huize Padua, via de Handelse Bergen en de Peelse Loop naar de Heuvel 53 in Gemert. Een plek die de Herenboeren Landmeerse Loop ook grond hebben gepacht. En van daaruit hebben we ook weer een route terug uitgezet, via de andere kant van Gemert. Zondag 18 augustus ging het jaarlijkse evenement “Heel Handel aan de Wandel” voor een deel over ons terrein. Toen hebben we daar met de werkgroep Educatie van ’s ochtends negen uur tot ’s middags één uur gestaan om mensen te informeren. Sommige wandelaars boeide het niets, die passeerden ons gewoon. Maar anderen waren wel heel erg geïnteresseerd en luisterden aandachtig naar ons verhaal. Wie weet, worden die op termijn wel lid, want we kunnen nog steeds leden gebruiken. De tijd is er in ieder geval rijp voor als je al die verhalen leest over de staat van de natuur en de effecten daarvan op ons mensen. Het gegeven dat een ziekte als Parkinson steeds heftiger en sneller om zich heen grijpt, dring steeds meer door. Het besef dat dát niet goed is, is naar mijn idee ook de reden dat er zo’n sterke tegenbeweging is ontstaan. Van initiatieven zoals pluktuinen, voedselbossen en Herenboeren. De mensen willen gewoon weer eerlijk gekweekt en vooral gifvrij voedsel.’